Inventaris & kassa app sorteren

Via Clover en/of het Clover dashboard kan je items in de inventaris/kassa app rangschikken. Volg onderstaande stappen om dit te doen. 

Via de Clover 

1. Log in 

2. Open de inventaris app. 

3. Druk op categorieën. 
   In dit overzicht kun je de categorieën rangschikken door rechts je vinger op de drie streepjes te leggen en de gewenste categorie dan naar boven of onder te slepen.

4. Druk op één van de categorieën 
   In dit overzicht kun je de Items in de geopende categorie rangschikken door rechts je vinger op de drie streepjes te leggen en het gewenste item dan naar boven of onder te slepen. 

De volgorde die je hier instelt,  zal zo ook zichtbaar zijn in de kassa app. 

Via het Clover Dashboard 

1. Log in 

2. Klik in het linker menu op Inventaris. 

3. Selecteer categorieën. 

4. Rechstboven in het scherm klik je op ‘Indeling aanpassen’  

5. Je kunt nu volgorde van de categorien aanpassen door deze naar de juiste plek te slepen 

6. Het rangschikken van items binnen een categorie kun je doen door eerst de categorie te selecteren en dan op ‘indeling aanpassen’ te klikken. 

7. In het nieuwe venster kun je de items in een gewenste volgorde zetten door deze met de muis te slepen. 

8. Klik daarna op opslaan. 

De volgorde die je hier instelt,  zal zo ook zichtbaar zijn in de kassa app 

Heb je meer dan 1 Clover apparaat?  

Als je de wijziging in het dashboard of op een van je Clover apparaten doorvoert, worden de instellingen binnen  +/- 10 seconden ook actief op alle andere automaten, mits deze verbonden zijn met internet. 

Als je Clover-apparaat problemen met de netwerkverbinding heeft, dan kan je een aantal eenvoudige tests doen om deze vast te stellen en op te lossen.

Clover-apparaten kunnen op een van deze drie manieren verbinding maken met internet:

• Met een mobiele verbinding, die draadloze mobiele technologie gebruikt om verbinding te maken;

• Met een draadloze wifiverbinding die een router gebruikt om zonder kabel gegevens naar uw apparaten te verzenden;

• Met een ethernetkabel, die je hebt aangesloten op een router en uw Clover-apparaat.

Je kan verbindingsproblemen oplossen door de stappen voor jouw netwerktype te volgen.

Een mobiele netwerkverbinding herstellen

Volg deze stappen om problemen met een mobiele netwerkverbinding op te lossen.

Nadat je de netwerkconfiguratie hebt bepaald, bevestig je dat jouw apparaten het gebruik van mobiele netwerken ondersteunen.

Controleer of mobiele data op de apparaten is ingeschakeld:

• Clover Flex: je apparaat wordt geleverd met een geïnstalleerde simkaart. Dit betekent dat mobiele data is ingeschakeld;

• Clover Mini: open de klep van de printer aan de achterkant van het apparaat. Als op het label de tekst Clover Mini 3G staat, wordt 3G ondersteund. Als je de tekst Clover Mini Wi-Fi ziet, ondersteunt de Clover Mini geen mobiele data.

Als je Clover-apparaat het gebruik van mobiele netwerken niet ondersteunt, moet je verbinding maken met een wifi- of Ethernet-netwerk.

Nadat je hebt bevestigd dat je apparaat 3G ondersteunt, controleer je de status van de simkaart. Clover-apparaten die 3G ondersteunen, worden geleverd met een geactiveerde simkaart.

Verifieer de status van de simkaart

1. Veeg op het scherm van je Clover-apparaat van de rechterbovenhoek naar beneden;

2. Tik op Instellingen.

3. Tik onder het kopje Draadloos en netwerken op Meer;

4. Tik onder Meer op Mobiele netwerken;

5. Tik onder Mobiele netwerkinstellingen op Namen van toegangspunten.

Je ziet de simkaartinformatie voor de actieve simkaart in het apparaat.

Als je een eigen data-abonnement hebt aangeschaft, neem je contact op met jouw mobiele provider om te bevestigen dat de simkaart een gsm-kaart is, actief is en er mobiele data mee gebruikt kan worden.

NB: Alleen gsm-simkaarten zijn compatibel met de Clover Mini/Mobile/Flex. Als de simkaart het label CDMA bevat, werkt deze niet met het Clover-apparaat.

Als je de simkaart voor het eerst inschakelt, kan het een minuut of langer duren voordat de simkaart wordt gedetecteerd. Als je echter in een gebied met slechte dekking bevindt, wordt de simkaart mogelijk niet gedetecteerd.

Controleer de dekking van het mobiele netwerk

1. Open de Wireless Manager-app. Je kan deze app downloaden in de Clover App Markt. Wanneer je het netwerk voor het eerst instelt, gebruik je de 'Wireless Manager'-app om je simkaart en abonnement in te schakelen. Als je dat nog niet hebt gedaan, moet je nu even stoppen en de instructies voor het instellen van je Clover-apparaat volgen;

2. Ga naar Uw simkaarten en zoek onder Status de serviceprovider voor je actieve simkaarten;

3. Controleer de dekking:

   • Als je simkaart gebruikmaakt van T-Mobile moet je jouw adres op de dekkingskaart van T-Mobile invoeren om te controleren of er goede dekking is in uw omgeving;

   • Als je simkaart gebruikmaakt van AT&T, moet je jouw adres invoeren in de dekkingskaart van AT&T. Selecteer Data en het apparaattype 3G om te controleren of je in een gebied met een goede dekking bevindt.

Nadat je de netwerkdekking hebt gecontroleerd, controleert je of de instellingen juist zijn voor het gebruik van een mobiel netwerk op het Clover-apparaat.

Controleer de instellingen van het mobiele netwerk

Veeg op het scherm van je Clover-apparaat van de rechterbovenhoek naar beneden;

1. Kijk of het mobiele pictogram AAN is en de netwerknaam van je mobiele provider toont;

2. Controleer de vliegtuigmodus en de wifi-instellingen als het pictogram grijs wordt weergegeven of geen bereik aangeeft:

   1. Als de vliegtuigmodus is ingeschakeld (het pictogram is wit), moet je erop tikken om deze uit te schakelen. De vliegtuigmodus wordt dan grijs weergegeven;

   2. Als de wifi-instelling aangeeft dat wifi actief is en er wordt een netwerknaam weergegeven, tik je op het pictogram om wifi uit te schakelen, als je in plaats daarvan het mobiele netwerk wilt gebruiken. Wifi kan de connectiviteit van het mobiele netwerk verstoren wanneer beide actief zijn.

Nadat je de 3G-instellingen hebt gecontroleerd, controleer je het dataverbruik.

Controleer het datagebruik

1. Veeg op het scherm van uw Clover-apparaat van de rechterbovenhoek naar beneden en tik op 'Instellingen';

2. Tik op het mobiele netwerk;

3. Tik om het dataverbruik te bekijken.

Als de limiet van uw dataverbruik is overschreden, wordt het 3G-netwerk uitgeschakeld. Belje internetprovider om je datalimiet te verhogen. Als de limiet van je dataverbruik niet is overschreden, kan je doorgaan.

Verbeter de prestaties

Je netwerk moet stabiel zijn en over voldoende bandbreedte beschikken om transacties naar behoren te verwerken. Instabiele netwerken kunnen ertoe leiden dat transacties tijdelijk worden stopgezet, waardoor er een time-out van de netwerkverbinding optreedt of de verbinding wordt verbroken omdat het netwerk te lang moest wachten op een reactie. Gebrekkige verbindingen kunnen ook de oorzaak zijn dat apparaten niet efficiënt met elkaar worden gesynchroniseerd.

Dit zijn enkele manieren waarop je de prestaties kunt verbeteren:

• Gebruik waar mogelijk je eigen internetprovider in plaats van een gedeeld netwerk;

• Minimaliseer andere activiteiten met veel verkeer op uw lokale netwerk door bijvoorbeeld het streamen van muziek of video's te beperken. (Gebruik daarvoor een ander netwerk.);

• Vergroot de bandbreedte op het lokale netwerk door het aantal verbonden apparaten te verminderen, zodat verstoring van de communicatie en verwerking van Clover wordt geminimaliseerd. De lokale bandbreedte wisselt op basis van het aantal apparaten dat met het netwerk is verbonden en de hoeveelheid transacties die deze gewoonlijk verwerken;

• Gebruik een aanbevolen vaste en zeer snelle internetverbinding (ethernet), zoals DSL of kabel, in plaats van een hotspot. Dit is vooral belangrijk wanneer je meer dan één Clover-apparaat of eventuele randapparatuur, zoals een keukenprinter, wilt gebruiken;

• Beperk het gebruik van hotspotverbindingen. Deze kunnen namelijk de bandbreedte beperken die nodig is voor normale Clover-communicatie. Gebruik een speciale hotspot die alleen is bedoeld voor Clover-gebruik als je van plan bent om een hotspot te gebruiken. (Gebruik een andere hotspot voor ander internetbehoeften).

Een wifinetwerkverbinding herstellen

Volg deze stappen om problemen met een wifinetwerkverbinding op te lossen.

Controleer de wifinetwerkverbinding

Begin met het vaststellen van problemen door de instellingen van de verbinding te bevestigen.

1. Veeg op het scherm van je Clover-apparaat van de rechterbovenhoek naar beneden en tik vervolgens op Instellingen;

2. Controleer onder Draadloos en netwerken of de wifi-keuzeschakelaar op AAN staat. Tik op de schuifregelaar als wifi is uitgeschakeld. De schuifregelaar schuift dan naar AAN. Het apparaat zoekt automatisch naar beschikbare netwerken binnen het bereik van dit apparaat;

3. Bekijk de lijst met beschikbare netwerken om het netwerk te vinden dat u hebt ingesteld voor Clover-apparaten. Clover-apparaten vereisen een wifinetwerk met WPA2-beveiliging. Het Clover-apparaat detecteert mogelijk een onbeveiligd netwerk en vraag om je instellingen te wijzigen in een beveiligd netwerk;

4. Controleer of de router van uw internetprovider werkt als je geen netwerken ziet.

   • Als het lampje van de router groen brandt of knippert, werkt de router. Probeer je Clover-apparaat en de router dichter bij elkaar te plaatsen;

   • Neem contact op met je internetprovider voor hulp als het lampje van de router geel of rood knippert;

   • Neem contact op met je internetprovider voor hulp als je de router nog niet hebt ingesteld;

5. Controleer of je router geen verbinding probeert te maken via een firewall. De meeste routers zouden naar behoren moeten werken en compatibel moeten zijn met Clover-apparaten. We doen echter geen aanbevelingen voor routers en we kunnen ook geen claims van verkopers controleren. (Sommige verkopers hebben gemeld dat een Belkin N150-router werkt met hun Clover Station. Andere verkopers hebben gemeld dat een Century Link-router niet goed werkt met Clover Station.);

6. Controleer de verbindingsstatus: zoek het netwerk dat je wilt gebruiken en controleer of het netwerk de status Verbonden aangeeft. Tik erop om verbinding te maken als dat niet het geval is. Voer daarna het netwerkwachtwoord in dat je hebt gemaakt toen je het netwerk instelde. (Je kan contact opnemen met je internetprovider of de persoon die je internetverbinding heeft ingesteld voor meer informatie over je netwerkwachtwoord.)

7. Controleer de signaalsterkte nadat je verbinding hebt gemaakt: tik op de netwerknaam en controleer of de status goed of uitstekend wordt aangegeven. Als de signaalsterkte redelijk of slecht is of als geen wordt aangegeven, heeft je Clover-apparaat problemen met de internetverbinding. Mogelijk moet je een ander wifinetwerk selecteren of gebruikmaken van je ethernetverbinding;

8. Test de verbinding door een willekeurige app te openen.

Als het probleem niet is opgelost door de instellingen van de verbinding te bevestigen, kan je de verbinding testen met andere apparaten.

Nadat je de instellingen van de verbinding hebt bevestigd, kan je proberen de verbinding zelf te testen door verbinding te maken via andere apparaten.

Maak verbinding via andere apparaten

1. Maak met een smartphone of laptop verbinding met hetzelfde netwerk waarvan je zojuist de instellingen hebt bevestigd. Gebruik hetzelfde wachtwoord. Als je via je smartphone of laptop verbinding kunt maken met je wifi, dan werkt het netwerk;

2. Test de verbinding op je smartphone of laptop door te proberen de 'Help-app' te openen via help.clover.com.

Als je geen verbinding kunt maken, liggen je netwerkproblemen mogelijk bij de router of het netwerk en niet bij het Clover-apparaat. Neem in dat geval contact op met je internetprovider of het IT-personeel.

Nadat je verbinding hebt gemaakt, kan je mogelijk nog steeds te maken hebben met inconsistente prestaties van draadloos internet. Als dit het geval is, dan kan het zijn dat andere netwerkverbindingen je draadloze verbinding storen. Clover raadt aan dat je de verbinding met internetnetwerken verbreekt die uw apparaat niet gebruikt.

Verbeek de verbinding met ongebruikte netwerken

1. Tik op je Clover-apparaat om de app Instellingen te openen. (Je kunt ook vanaf de rechterbovenhoek van het scherm omlaag vegen en vervolgens op Instellingen tikken.);

2. Als Bluetooth of ethernet is ingeschakeld, moet je erop tikken om deze uit te schakelen. (Als wifi je primaire verbindingsmethode is, moet je ethernet uitschakelen om ervoor te zorgen dat Clover-apparaten verbinding maken via je primaire verbindingsmethode);

3. Tik op Wifi;

4. Tik om de verbinding te verbreken met de eerste wifiverbinding die niet je specifieke Clover-internetnetwerk is.

5. Tik in het dialoogvenster op Vergeten om het netwerk te negeren;

6. Herhaal dezelfde stappen om de verbinding met elk netwerk te verbreken. Dit zorgt ervoor dat het Clover-apparaat alleen verbinding probeert te maken met internet via het aangewezen internetnetwerk van Clover.

Start het apparaat opnieuw op

Start het apparaat opnieuw om een juiste verbinding te maken met het internet en onderbrekingen in het signaal op te lossen.

• Als je jouw netwerkinstellingen hebt gewijzigd, maar het apparaat de nieuwe instellingen niet herkent;

• Als je Clover-apparaat verbinding maakt met het netwerk, maar tekenen vertoond van willekeurige uitval van het netwerksignaal;

• Als je wifi op bepaalde apparaten werkt en op andere niet.

Als het Clover-apparaat rechtstreeks met de modem is verbonden via een fysieke kabel (ethernetkabel), moet je ervoor zorgen dat de instelling 'Ethernet' is uitgeschakeld (UIT). Dit voorkomt verwarring in het besturingssysteem van Clover over het netwerksignaal dat moet worden gebruikt.

Verbeter de prestaties

Je netwerk moet stabiel zijn en over voldoende bandbreedte beschikken om transacties naar behoren te verwerken. Instabiele netwerken kunnen ertoe leiden dat transacties tijdelijk worden stopgezet, waardoor er een time-out van de netwerkverbinding optreedt of de verbinding wordt verbroken omdat het netwerk te lang moest wachten op een reactie. Gebrekkige verbindingen kunnen ook de oorzaak zijn dat apparaten niet efficiënt met elkaar worden gesynchroniseerd.

Dit zijn enkele manieren waarop je de prestaties kunt verbeteren:

• Gebruik waar mogelijk je eigen internetprovider in plaats van een gedeeld netwerk;

• Minimaliseer andere activiteiten met veel verkeer op je lokale netwerk door bijvoorbeeld het streamen van muziek of video's te beperken. (Gebruik daarvoor een ander netwerk.);

• Vergroot de bandbreedte op het lokale netwerk door het aantal verbonden apparaten te verminderen, zodat verstoring van de communicatie en verwerking van Clover wordt geminimaliseerd. De lokale bandbreedte wisselt op basis van het aantal apparaten dat met het netwerk is verbonden en de hoeveelheid transacties die deze gewoonlijk verwerken;

• Gebruik een aanbevolen vaste en zeer snelle internetverbinding (ethernet), zoals DSL of kabel, in plaats van een hotspot. Dit is vooral belangrijk wanneer je meer dan één Clover-apparaat of eventuele randapparatuur, zoals een keukenprinter, wilt gebruiken;

• Beperk het gebruik van hotspotverbindingen. Deze kunnen namelijk de bandbreedte beperken die nodig is voor normale Clover-communicatie. Gebruik een speciale hotspot die alleen is bedoeld voor Clover-gebruik als je van plan bent om een hotspot te gebruiken. (Gebruik een andere hotspot voor ander internetbehoeften).

Een Ethernet-netwerkverbinding herstellen

Start met het diagnosticeren van problemen in een verbinding met een ethernet-netwerk door de verbindingsinstellingen te controleren.

Controleer de instellingen van de ethernetverbinding

Veeg op het scherm van je Clover-apparaat van de rechterbovenhoek naar beneden en tik vervolgens op Instellingen;

1. Controleer onder Draadloos en netwerken of Ethernet is geselecteerd. Tik erop om het op AAN te zetten als dat nog niet het geval is;

2. Controleer of de schuifregelaar voor wifi erboven op UIT staat. Een Clover Mini of Clover Station maakt automatisch verbinding met een bekend draadloos netwerk. Als je de wifiverbinding uitschakelt, wordt het Clover-apparaat gedwongen verbinding te maken via je ethernetkabel;

3. Tik op het tabblad Ethernet. Op het Clover-apparaat worden netwerkgegevens voor dit apparaat geladen, waaronder het MAC-adres, het IP-adres, een optie voor proxy-instellingen en de netwerknaam en verbindingsstatus;

4. Bevestig de verbinding: als het apparaat verbinding kon maken, zie je een bericht waarin wordt bevestigd dat er verbinding is gemaakt met ethernet;

5. Bevestig het IP-type (internetprotocol). Je kan contact opnemen met je internetprovider voor informatie over statische en dynamische IP-verbindingen. Je hebt deze aanvullende informatie mogelijk ook nodig om de volgende IP-instellingen te voltooien: gateway, subnetmasker, DNS1 en DNS2.

   • Zorg ervoor dat DHCP is geselecteerd als het netwerk een dynamisch IP-adres gebruikt om verbinding te maken;

   • Zorg ervoor dat Statisch is geselecteerd en dat de velden voor 'Statisch' juist zijn ingevuld als het netwerk gebruikmaakt van een statisch IP om verbinding te maken;

6. Controleer de instellingen van de proxyserver. De instellingen van de proxyserver kunnen de ethernetverbinding verstoren. We raden aan deze te verwijderen om problemen te voorkomen.

   • Tik op de optie Proxy-instellingen;

   • Wis de velden voor 'Proxy-instellingen';

   • Tik op Gereed om de wijzigingen te accepteren;

7. Ga als volgt te werk om te testen of het Clover-apparaat goed met het netwerk is verbonden via Ethernet:

   • Tik om terug te keren naar het startscherm;

   • Tik op het pictogram van de Help-app.

Als de Help-app wordt geladen en je op links kunt tikken om toegang te krijgen tot inhoud in Clover Help, is het Clover-apparaat verbonden met internet.

Verbeek de verbinding met ongebruikte netwerken

Nadat je verbinding hebt gemaakt, kan je mogelijk nog steeds te maken hebben met inconsistente prestaties van draadloos internet. Als dit het geval is, dan kan het zijn dat andere netwerkverbindingen je Ethernet-verbinding storen. Clover raadt aan dat je de verbinding met internetnetwerken verbreekt die uw apparaat niet gebruikt.

Verbinding verbreken met niet-gebruikte netwerken:

1. Tik op je Clover-apparaat om de app Instellingen te openen. (je kunt ook vanaf de rechterbovenhoek van het scherm omlaag vegen en vervolgens op Instellingen tikken.);

2. Schakel secundaire internetverbindingen uit. Tik op Bluetooth of wifi om deze functie uit te schakelen als deze is ingeschakeld. Door je wifi uit te schakelen, wordt ervoor gezorgd dat je Clover-apparaat verbinding maakt via je primaire en meest stabiele verbinding.

Start het apparaat opnieuw op

Start het apparaat opnieuw om een juiste verbinding te maken met het internet en onderbrekingen in het signaal op te lossen.

Overweeg deze redenen om opnieuw op te starten:

• Als je jouw netwerkinstellingen hebt gewijzigd, maar het apparaat de nieuwe instellingen nog niet herkent;

• Als je Clover-apparaat verbinding maakt met het netwerk, maar tekenen vertoond van willekeurige uitval van het netwerksignaal;

• Als ethernet op bepaalde apparaten werkt en op andere niet.

Verbeter de prestaties

Je netwerk moet zowel stabiel zijn als over voldoende bandbreedte beschikken om transacties naar behoren te verwerken. Instabiele netwerken kunnen ertoe leiden dat transacties tijdelijk worden stopgezet, waardoor er een time-out van de netwerkverbinding optreedt of de verbinding wordt verbroken omdat het netwerk te lang moest wachten op een reactie. Gebrekkige verbindingen kunnen ook de oorzaak zijn dat apparaten niet efficiënt met elkaar worden gesynchroniseerd.

Dit zijn enkele manieren waarop je de prestaties kunt verbeteren:

• Gebruik waar mogelijk uw eigen internetprovider in plaats van een gedeeld netwerk.

• Minimaliseer andere activiteiten met veel verkeer op je lokale netwerk door bijvoorbeeld het streamen van muziek of video's te beperken. (Gebruik daarvoor een ander netwerk.);

• Vergroot de bandbreedte op het lokale netwerk om verstoring van de communicatie en verwerking van Clover te minimaliseren door het aantal verbonden apparaten te verminderen. De lokale bandbreedte wisselt op basis van het aantal apparaten dat met het netwerk is verbonden en de hoeveelheid transacties die deze gewoonlijk verwerken;

• Gebruik een aanbevolen vaste en zeer snelle internetverbinding (ethernet), zoals DSL of kabel, in plaats van een hotspot. Dit is met name van toepassing als je van plan bent om meer dan één Clover-apparaat of eventuele randapparaten te gebruiken, zoals een keukenprinter.

• Beperk het gebruik van hotspotverbindingen. Deze kunnen namelijk de bandbreedte beperken die nodig is voor normale Clover-communicatie. Gebruik een speciale hotspot die alleen is bedoeld voor Clover-gebruik als je van plan bent om een hotspot te gebruiken. (Gebruik een andere hotspot voor andere internetbehoeften.)

Voeg uw bedrijfsnaam, adres en telefoonnummer toe, zodat klanten deze kunnen zien. U kunt hier ook de openingstijden van uw bedrijf invullen voor elke dag dat deze is geopend. Voeg bovendien uw logo toe, zodat het op betalingsbewijzen aan klanten wordt weergegeven.

1. Meld u via een browser aan bij uw Clover-account.

2. Selecteer Account en instellingen;

3. Onder Over uw bedrijf, selecteert u Bedrijfsinformatie.

4. Voer de bedrijfsgegevens in, inclusief het adres, de URL naar het privacybeleid en uw openingstijden;

5. (Optioneel) Upload uw bedrijfslogo.

   • Selecteer Bestand kiezen en zoek en selecteer de afbeelding die u vanaf uw computer wilt uploaden;

   • Selecteer Uploaden;

6. Selecteer Opslaan.

U kunt de Betaal App gebruiken voor een basis verkoop. Voer het bedrag van de verkoop in en haal de kaart van de klant door. Geaccepteerde methoden zijn vegen, chip en contactloze betalingen.

Een betaling via doorhalen aannemen

U kunt een betaalkaart doorhalen in de Betaal-app als een betaling gedaan wordt. Als een klant echter een chipkaart heeft (met EMV-chip), raden wij aan om de kaart in te steken als u betaalt om EMV-gerelateerde terugboekingen te voorkomen zodra klanten de chipfunctie niet gebruiken.

1. Open de Betaal App op uw Clover-apparaat.

2. Voer het verkoopbedrag in en tik op Afrekenen.

3. Als u Vragen om een factuurnummer (of uw aangepaste identificatiecode) hebt ingeschakeld, voert u een identificatienummer in en tikt u op Doorgaan.

4. Haal de betaalkaart door. (Voor Station Duo laat u de klant de kaart doorhalen op de Mini-terminal die naar de klant is gericht.)

5. Vraag de klant eventueel een pincode in te voeren of een handtekening te zetten.

6. Selecteer hoe klanten hun bon zullen ontvangen of tik op Transactie annuleren om de betaling ongeldig te maken.

7. Tik op Gereed.

Een betaling met chipkaart aannemen

1. Open de Betaal App op uw Clover-apparaat.

2. Voer het verkoopbedrag in en tik op Afrekenen.

3. Als u Vragen om een factuurnummer (of uw aangepaste identificatiecode) hebt ingeschakeld, voert u een identificatienummer in en tikt u op Doorgaan.

4. Steek de kaart in.

5. Vraag de klant eventueel een pincode in te voeren of een handtekening te zetten. Tik op OVERSLAAN om de pincode over te slaan.

6. Selecteer hoe klanten hun bon zullen ontvangen of tik op Transactie annuleren of Handtekening weigeren om de betaling ongeldig te maken.

7. Tik op Gereed.

Een contactloze betaling aannemen

1. Open de Betaal App op uw Clover-apparaat.

2. Voer het verkoopbedrag in en tik op Afrekenen.

3. Als u Vragen om een factuurnummer (of uw aangepaste identificatiecode) hebt ingeschakeld, voert u een identificatienummer in en tikt u op Doorgaan.

4. Houd de kaart of telefoon over het contactloze EMV-logo.

5. Vraag aan de klant om te tekenen of een pincode in te voeren als dat nodig is.

6. Als de klant heeft getekend, selecteer dan Verifiëren om de handtekening te accepteren.

7. Selecteer hoe klanten hun bon zullen ontvangen of tik op Transactie annuleren om de betaling ongeldig te maken.

8. Tik op Gereed.

Toegangscodes voor Clover-apparaten kunnen uit 4 tot 6 cijfers bestaan. Elke toegangscode voor medewerkers moet even lang zijn.

Toegangscodes instellen voor medewerkers

In het Web Dashboard

1. Meld u via een browser aan bij uw Clover-account.

2. Selecteer Medewerkers;

3. Selecteer Bewerken naast de medewerker voor wie u een toegangscode wilt maken;

4. Voer onder Toegangscode een nieuwe toegangscode in;

5. Selecteer Opslaan.

Op een apparaat

1. Open de app Medewerkers;

2. Selecteer de medewerker voor wie u een toegangscode wilt maken;

3. Selecteer het pictogram 'Bewerken' in de rechterbovenhoek;

4. Selecteer het veld Toegangscode en voer een nieuwe toegangscode in;

5. Selecteer Opslaan.

Lengte van toegangscode van apparaat wijzigen

1. Meld u via een browser aan bij uw Clover-account.

2. Selecteer Medewerkers > Toegangscode voor apparaat;

3. Selecteer Wijzigen onder het kopje 'Lengte van toegangscode';

4. Voer nieuwe toegangscodes in voor alle medewerkers of klik op Toegangscodes automatisch invullen;

5. Selecteer Opslaan.

Gebruik Toegangscodes automatisch invullen om toegangscodes snel bij te werken.

• Wanneer u de instellingen wijzigt zodat er 4-cijferige toegangscodes worden gebruikt, worden de laatste twee cijfers van de oorspronkelijke 6-cijferige toegangscode verwijdert wanneer u Toegangscodes automatisch invullen selecteert;

• Wanneer u de instellingen wijzigt zodat er 6-cijferige toegangscodes worden gebruikt, voegt Toegangscodes automatisch invullen '00' toe aan het einde van de oorspronkelijke 4-cijferige toegangscode.

1.     Meld u via een browser aan bij uw Clover-account.

2.     Selecteer Inventaris > Items.

3.     Selecteer Item toevoegen.

4.     Voer de itemnaam in zoals u die bij een verkoop wilt zien. Alleen de naam is vereist. Desgewenst kunt u later meer details toevoegen.

5.     Bij Prijs kunt u optioneel de prijs invoeren die u voor dit item wil vragen. Deze prijs wordt weergegeven als u het item verkoopt en komt ook op de klantbon te staan.

6.     Selecteer Doorgaan.

7.     Voeg basisgegevens toe:

• Selecteer Weergeven op POS als u het item op een Clover-apparaat wilt weergeven. U kunt deze optie negeren als u Virtuele Betaalautomaat gebruikt.

• Als u een kleur wilt toewijzen aan het item, selecteert u de vervolgkeuze met Itemkleur. Kies een kleur of selecteer Geen om de kleur te verwijderen.

• Voor Prijstype klikt en kiest u uit de lijst. Kies hierbij uit Vaste prijs (de standaard), een Variabele prijs, waarbij verkopers de prijs zelf invoeren als ze een order verwerken, of kies een prijs Per eenheid (wordt doorgaans gebruikt voor items die op basis van gewicht worden verkocht). Als u voor de prijs per eenheid kiest, kunt u de prijseenheid invoeren die u wilt gebruiken.

• Voor Prijs zonder btw (waar van toepassing): Als uw bedrijf in een regio is gevestigd waar btw automatisch wordt toegepast en u het item wilt vrijstellen van btw, voert u voor het item een prijs zonder btw in. Wanneer u uw belastingen instelt, kunt u ook btw-tarieven ingeven.

• Bij Belastingen en kosten kiest u de verplichte belastingen voor uw regio uit een lijst. Hebt u nog geen belastingen ingesteld? Ga naar Account en instellingen > Belastingen en kosten.

• Sla het nieuwe item op als u alle gewenste gegevens hebt toegevoegd. Ga hieronder verder als u nog meer items wilt toevoegen.

8.     Kies de relevante menu-afbeeldingen als uw restaurant gerechten online verkoopt:

• Kies een afbeelding die uw gerechten weergeeft en er aantrekkelijk uitziet. Vermijd afbeeldingen met personen of meerdere gerechten bij elkaar.

• Selecteer het afbeeldingspictogram om de afbeelding te uploaden. De volgende indelingen worden ondersteund: .jpg, .jpeg of .png. Maximale grootte: 10 MB; minimale dimensies: 1600 x 1200 px.

• Snijd de afbeelding bij zodat uw product wordt weergegeven. Sleep het kader met de stippellijn naar de gewenste locatie of selecteer de hoek van het kader om het groter of kleiner te maken.

• Sla uw toevoegingen en wijzigingen op.

9.     Bepaal, indien van toepassing, aan welke categorieën u het item wilt toevoegen:

• Selecteer Categorieën.

• Kies wat u wilt doen:

  • Als u dit item aan een bestaande categorie wilt toevoegen, selecteert u +TOEVOEGEN, zoekt u of scrolt u naar de gewenste categorie en vinkt u het vakje voor de gewenste categorie aan. Sla uw wijzigingen op.

  • Als een nieuwe categorie wilt maken en het item daaraan wilt toevoegen, selecteert u +TOEVOEGEN en vervolgens CATEGORIEËN MAKEN. Voer een naam voor de categorie in en optioneel een naam voor online bestellingen. Sla de nieuwe categorie op.

10.  Bepaal of en hoe u het item wilt bijhouden:

• Selecteer Item bijhouden.

• Voer optioneel een universele productcode (UPC) in die dit item identificeert. Voor koopwaar is deze code een reeks van maximaal 12 cijfers en letters die onder de streepjescode wordt weergegeven. U kunt de code nu hier invoeren of later scannen.

• Optioneel kunt u een SKU van maximaal 127 tekens toevoegen om het item bij te houden.

• Voer het aantal van dit item in; hoeveel u er nu van op voorraad heeft of op het menu heeft staan. Clover houdt standaard uw voorraad voor u bij. (U kunt deze instelling aanpassen als u een app van derden wilt gebruiken om uw voorraad bij te houden. Hieronder leest u hoe u met de instellingen voor inventaris kunt bepalen hoe u uw voorraad wilt bijhouden.

• Om de voorraad bij te houden via het Clover-systeem, selecteert u het hokje naast Voorraad volgen. Ook kunt u het vakje selecteren naast Voorraad bijwerken na elke verkoop om uw voorraad automatisch bij te houden.

11.  Bepaal de kostprijsopties voor het item:

• Selecteer Itemkosten.

• Voer de groothandelsprijs in, de prijs die u voor dit item betaalt.

• Vink Item zonder omzet aan als u dit item wilt aanmerken als item dat u namens anderen verkoopt. Een voorbeeld van een item zonder omzet is een item dat u verkoopt namens andere verkopers.

12.  Sla het nieuwe item op.